De hertogen van Bourgondië waren in de veertiende en vijftiende eeuw één van de machtigste mannen in West-Europa en wie nu door Bourgondië reist komt veel tegen van dit roemruchtige verleden. En niet alleen in vorm van oude gebouwen. Er is geen gehucht of je loopt wel tegen een restaurant of herberg aan met de naam ‘Ducs de Bourgogne’. Kennelijk werken de adellijke titels nog altijd goed als marketing voor de plaatselijke horeca.
Mosterd
Wie de ‘Ducs’ echt wil leren kennen moet naar Dijon. Je weet wel die stad die je na een uur of zeven tegenkomt op weg naar het zuiden. Nog een uurtje of twee en dan ben je in Lyon waarna de Middellandse Zee in zicht komt. Verder ken je Dijon natuurlijk van de mosterd. Fransen eten alleen mosterd uit Dijon en het is dan zo’n beetje de enige mosterd die je in Frankrijk kan kopen. Het is daarom ook leuk om een Fransman onze Zaanse mosterd te laten proeven. Wij nemen altijd een potje mee voor de eigenaar van de gîte die we huren. Ze staan eerst versteld dat het legaal is om in een andere plaats dan Dijon mosterd te maken en zijn daarna zeer verrast door het smaak van ons Zaans goedje.
Dijon is voor Franse begrippen niet zo heel erg oud. De eerste nederzetting op de oever van de rivier Ouche ontstaat in de derde eeuw naast een Romeinse legerplaats. De plek is goed gekozen want het ligt op de Romeinse herenweg tussen Lyon en Trier. Dit was een drukke weg waarover veel goederen werden vervoerd waardoor de plaats wat later Dijon zou worden al snel begon te groeien. Bij het schrijven van dit stukje heb ik gekeken naar de site OmnesViae: Romeinse Routeplanner. Op deze site kan je heel goed het Romeinse wegennet bekijken en het is opvallend hoe dat precies de huidige autoroute de oude Romeinse wegen volgen.
In de Middeleeuwen raakt Dijon eerst in verval maar in de twaalfde eeuw kent het een nieuwe bloeiperiode. In 1137 legt een grote brand de stad compleet in as. De Bourgondiërs gaan niet bij de pakken neerzitten maar steken hun handen flink uit de mouwen. De boel wordt weer opgebouwd en krijgt nieuwe grotere stadswallen waardoor het klooster Saint Bénigne in de stad komt te liggen. De kerk van deze abdij is nu de kathedraal waarvan het ronde plattegrond bijzonder is. Deze is een aantal malen herbouwd en tijdens de Franse Revolutie compleet leeggeroofd. In de negentiende eeuw is hij weer opgebouwd tot het indrukwekkende gebouw zoals het nu staat. Binnen is het somber en is er weinig te zien al is de Romaanse crypte historisch interessant. Deze moet je dus zeker even gaan bekijken als in de kerk bent.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!