Zeker zien
– Entree
– Startpunt plegrims
– Zwarte Madonna
In de eerste eeuw bouwden de Romeinen er op hun beurt een tempel waarvan de resten zijn gebruikt in het huidige gebouw. Het grootste deel van de huidige kerk stamt echter uit de twaalfde eeuw en is opgetrokken in de Romaanse stijl. Het is gebouwd van natuursteen uit de directe omgeving, zandsteen en vulkanisch Breccie waardoor het een beetje somber en streng uiterlijk heeft.
Het mooiste manier om de kerk te benaderen is via de Rue des Tables. Deze straat in de gezellige oude stad loopt redelijk steil omhoog en eindigt in een brede trap vanaf het laatste deel onder de kerk loopt. Helemaal bovenaan is de ingang van de kerk die zich vreemd genoeg midden in het gebouw bevindt. Bijna in alle kerken kom je binnen aan de westelijke kant waarna je door het schip, daar waar het volk zit, naar het altaar en het koor kijkt. In Le Puy is dat anders want daar kom je recht voor het altaar binnen en bevindt het schip zich achter je. Dit is een spectaculaire binnenkomst, te meer omdat je net daarvoor een indrukwekkende hoge trap hebt bestegen. Het leidt geen twijfel dat dit een verwijzing is naar het goddelijk koninkrijk waar uiteindelijk iedereen hoopt binnen te treden.
Zwarte Madonna
Deze entree moet voor de gemiddelde middeleeuwer indrukwekkend zijn geweest, en dat is het nu nog steeds. Dit wordt nog eens versterkt doordat je direct voor de grote trekpleister van de kerk staat; een zwarte Madonna. Vanuit het donkere koor kijkt ze, gekleed in een witte jurk vanaf een marmeren bouwsel, je direct aan. Dit is ongetwijfeld de meest dramatische binnenkomst van een kerk die ik ooit heb gezien. Zwarte Madonna’s zijn minder zeldzaam dan je zou denken. Alleen in Frankrijk zijn er al bijna zestig te vinden, waarvan die van Rocamadour één van de beroemdste is.
Eenmaal bekomen van de binnenkomst kan je de rest van de kerk bekijken. Aangezien het om een Romaans exemplaar gaat is het vrij donker en redelijk somber ingericht. In tegenstelling tot latere Gotische kerken vind je hier geen architectonische opsmuk. De vormen van deze kerk zijn bruut en eerlijk en je kan de constructie goed zien. Het gebouw is onlangs gerestaureerd want zowel de binnen- als buitenkant zien er erg goed uit. Misschien een beetje te goed want de kolommen, de bogen en de muren zagen er bijna nieuw uit, ik kreeg niet echt het idee dat ik in een gebouw uit de twaalfde eeuw liep.
Naast de hoofdingang is aan de zuidelijke kant nog een ingang. Wanneer je deze volgt kom je bij de klokkentoren. Deze staat los van de kerk, iets wat je ook wel in Italië ziet, maar niet veel in Frankrijk. Even verder is het startpunt van de Via Podiensis te vinden, één van de routes voor de pelgrimstocht naar Santiago de Compostela. In de Middeleeuwen was deze pelgrimsreis naar het graf van de Jacobus enorm populair. Er is veel bekend over deze pelgrimsroute omdat deze in een boek uit de twaalfde eeuw, de Codex Calixtinus, uitgebreid wordt beschreven. Naast allerlei religieuze zaken bespreekt het boek ook praktische zaken voor de pelgrims zoals welke gebieden gevaarlijk zijn, welke lokale gerechten je beter niet kan eten en welke wegen in de winter moeilijk begaanbaar zijn. Het is kortom een soort Groene gids ‘avant la lettre’. Naast Vezelay, Arles en Tours wordt Le Puy in dit boek als één van de startplaatsen van de ‘Camino de Santiago‘ genoemd.
Mede door de kennis van dit boek is de pelgrimstocht de laatste twintig jaar weer populair geworden. De combinatie van een drukker leven, de noodzaak van bewegen en natuurlijk een prachtig land lopen steeds meer mensen deze route. Net als vroeger zijn de pelgrims te herkennen aan een houten wandelstok en St. Jacobsschelp. Hoewel ik niet religieus ben, lijkt mij dit eigenlijk ook wel wat.
Achter de kerk bevindt zich dus het startpunt van de looptocht. Nieuwsgierig liepen wij naar binnen en vonden wij zowaar de receptie voor de pelgrims. Hier kwam een enthousiaste Fransman naar ons toe die druk Nederlands tegen ons begon te spreken. Het bleek een voormalige docent van Germaanse talen op de Universiteit van Lille, of Rijssel zoals hij het noemde, te zijn.
Mede door de kennis van dit boek is de pelgrimstocht de laatste twintig jaar weer populair geworden. De combinatie van een drukker leven, de noodzaak van bewegen en natuurlijk een prachtig land lopen steeds meer mensen deze route. Net als vroeger zijn de pelgrims te herkennen aan een houten wandelstok en St. Jacobsschelp. Hoewel ik niet religieus ben, lijkt mij dit eigenlijk ook wel wat.
Achter de kerk bevindt zich dus het startpunt van de looptocht. Nieuwsgierig liepen wij naar binnen en vonden wij zowaar de receptie voor de pelgrims. Hier kwam een enthousiaste Fransman naar ons toe die druk Nederlands tegen ons begon te spreken. Het bleek een voormalige docent van Germaanse talen op de Universiteit van Lille, of Rijssel zoals hij het noemde, te zijn.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!